Middelharnis - Op zaterdagavond 28 januari 2017, om 20:00 uur hoopt musicus Paul Kieviet in de Hervormde Kerk te Middelharnis het 64e Bachconcert te geven. De serie Bachconcerten loopt al heel wat jaren; de muziek van Bach blijft inspireren… De orgelmuziek van Bach is immers – zowel wat kwaliteit betreft, als in zijn verbazingwekkende veelkleurigheid en hoeveelheid - ongeëvenaard in de hele muziekgeschiedenis. Bach heeft in de loop van zijn leven zo ongeveer alle compositievormen voor orgel verrijkt met voorbeeldige meesterwerken van het hoogste niveau. Paul Kieviet: "Omgaan met Bach’s orgelmuziek blijft dus een verrassingstocht." Centraal tijdens dit concert staat het grote Leeflang-orgel in deze kerk; daarnaast wordt een flink deel van het programma uitgevoerd op het koororgel. Na de overplaatsing vanuit het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente te Stad aan ’t Haringvliet heeft het in Middelharnis inmiddels een markante plaats verworven, zowel visueel als functioneel. U bent van harte welkom! De toegang is uw gift aan de uitgang. Lees hieronder meer.

Het concert begint op het hoofdorgel:

  1. Preludium en Fuga in A (BWV 536) – Het Preludium is een vriendelijk getoonzette inleiding met – na een éénstemmig begin – vloeiende motiefvervlechtingen. De Fuga – in ¾-maat – heeft een bijna dansend karakter; het hoofdthema krijgt in de loop van het stuk te maken met verscheidene “tegenthema’s”, die het begeleiden. In zijn grote Bach-biografie uit 1880 heeft Philipp Spitta op een dichterlijk manier dit stuk beschreven: “de tegenstemmen omhelzen als liefhebbende armen het thema” dat aan het einde van het stuk “in glimlachende schoonheid nog eenmaal langskomt”.
  2. Triosonate I in Es (BWV 525) – In zijn zes triosonates vervolmaakt Bach de in Italië in groten getale gecomponeerde sonate voor twee solostemmen en basso continuo (Vivaldi, Corelli en anderen). De organist heeft tot taak om drie beweeglijke partijen in zijn eentje uit te voeren; hij heeft het dan ook bijzonder druk! Bach’s oudste zoon Wilhelm Friedemann (1710-1784) heeft de sonates – van hem is een handgeschreven kopie bewaard gebleven – in zijn jeugd veel gespeeld. Nog steeds vormen de sonates een blijvend inspirerende tour de force.

Op het koororgel:

  1. Uit “Dritter Theil der Clavier Übung”: alle manualiter koralen. Het “Dritter Theil…” zou je wel het summum van de orgelkoraalkunst kunnen noemen. Bach vond dit werk zo belangrijk dat hij het op eigen risico liet drukken. De afbeelding hiernaast laat de titelpagina zien. Op het hoogtepunt van zijn compositorisch kunnen liet hij – binnen een tijdsbestek van tien jaar - vier verzamelwerken van klavierkunst het licht zien, waarvan het derde zich intensief bezig houdt met het Lutherse koraal. Met al die prachtige liederen van zijn Luthers-reformatorische traditie was Bach van jongs af vertrouwd. Op school in Eisenach en op het lyceum in Ohrdruf werd hij onderwezen uit het leerboek Special- und sonderbahrer Bericht, geschreven door de rector van de Lateinschule in Gotha, Andreas Reyher. Dit boek – u mag het inzien op 28 januari - bevat allerlei voorschriften voor het schoolonderwijs, waaronder zingen en catechismusonderricht. Hier staat zwart op wit welke gezangen Bach als kind dagelijks op school zong! Het waren de liederen bij de hoofdstukken van Luther’s Catechismus. Precies deze liederen bewerkt hij in zijn “Dritter Theil…”. Tijdens het concert klinken dit keer niet de bewerkingen voor groot orgel, maar de uiterst verfijnde en zeer geconcentreerde miniaturen voor het Kleinorgel: “Kyrie, Gott Vater in Ewigkeit” (BWV 672) – “Christe, aller Welt Trost” (BWV 673) – “Kyrie, Gott heiliger Geist” (BWV 674) – “Allein Gott in der Höh’ sei Ehr” (BWV 675) – “Allein Gott in der Höh’ sei Ehr” (BWV 677) – “Dies sind die heil’gen zehn Gebot” (BWV 679) – “Wir glauben all’an einen Gott” (BWV 681) – “Vater unser im Himmelreich” (BWV 683) – “Christ unser Herr zum Jordan kam” (BWV 685) – “Aus tiefer Not schrei ich zu dir” (BWV 687) – “Jesus Christus unser Heiland” (BWV 689). Prachtige muziek in dit Luther-herdenkingsjaar (1517-2017)!

Op het hoofdorgel:

  1. Toccata en Fuga in F (BWV 540) – Eén van de meest indrukwekkende meesterwerken van Bach. De monumentaliteit van de meer dan 400 maten tellende Toccata en de hoogstaande kwaliteit van de plechtige en toch feestelijke Fuga zijn uniek. In de Toccata vallen de twee grote pedaalsoli op. Het is voor Bach’s tijd bijzonder dat deze ook gebruik maken van de hoge F. Slechts één orgel in Bach’s omgeving beschikte over die pedaaltoon: dat in de Slotkapel in Weimar, waar hij werkte van 1708 tot 1717. De Toccata en Fuga vormen een onvergelijkelijke en magistrale afsluiting van het concert.

Paul Kieviet

Hij studeerde aan het Rotterdams Conservatorium de hoofdvakken Orgel (Docerend Musicus en uitvoerend Musicus) bij Arie J. Keijzer en Bernard Winsemius, Kerkmuziek bij Barend Schuurman en Theorie der Muziek bij Jan Kleinbussink, Peter-Jan Wagemans en Ludwig Otten. Hij is vaste bespeler van de Hervormde Kerk en de Christelijke Gereformeerde Kerk te Middelharnis en de Hervormde Kerk te Sommelsdijk. Rond deze orgels bouwde hij een uitgebreide en bloeiende lespraktijk op. Als docent muziektheorie is hij verbonden aan Muziekgebouw Goeree-Overflakkee. In 1985 won hij het Nationaal orgelconcours te Leiden. Improvisatie studeerde hij bij Arie J. Keijzer en aan de Internationale Zomeracademie te Haarlem bij Klaas Bolt. Hij concerteerde voor de radio, op cd en op vele plaatsen in ons land. Ook is hij actief als componist en improvisator. Paul Kieviet heeft een breed repertoire, en laat zich vooral inspireren door Johann Sebastian Bach. Binnenkort verschijnen van hem twee cd’s rond het Meere-orgel in Sommelsdijk; samenzang en improvisaties onder de titel Vox humana en literatuur onder het motto Van Fluit traver tot carillon.